Cyclops (artrofibrose) .
Cyclops ook wel bekend als artrofibrose wordt veroorzaakt door littekenweefsel in de knie vaak na een voorste kruisband operatie. Vaak worden de klachten omschreven als een pijn aan de voorzijde van de knie die de volledige bewegelijkheid in de weg staat. Een cyclops komt voor bij gemiddeld 5% van alle mensen na een voorste kruisband reconstructie. Het strekken van de knie is met name pijnlijk en soms is er spraken van een hoorbare klik in het Engels omschreven als “clunck”. Deze klachten ontstaan meestal tussen de 8 en 32 weken van het revalidatie traject. Het exacte ontstaansmechanisme is nog niet duidelijk. Mogelijk is het littekenweefsel een gevolg van het boren van de tunnels voor de nieuwe voorste kruisband, inklemmen van de graft tussen het tibia en femur, irritatie als gevolg van overgebleven vezels van de oorspronkelijk voorste kruisband die ruimte innemen in het gewricht. Hoe dan ook is er sprake van een massa van littekenweefsel dat te veel ruimte inneemt in de knie en die de functie belemmerd. De grootte van dit litteken weefsel kan variëren tussen de 3×5 mm tot 8×12 mm
Verder onderzoek middels MRI
Net als bij andere complicaties in de knie kan een MRI uitsluitsel geven over de ervaren klachten. Wanneer er sprake is van een cyclops is er een verlittekening zichtbaar aan de voorzijde van het kniegewricht. Specifiek op de aanhechting van de nieuwe voorste kruisband op het onderbeen(intercondylaire notch bij de insertie van het tibia). Uit onderzoek blijkt dat cyclops in de knie toeneemt na een voorste kruisband operatie. Bij 25% van de mensen is er na 6 maanden sprake van cyclops in de knie. Dit getal loopt op tot 33% 2 jaar na de operatie van de voorste kruisband. Cyclops of litteken weefsel is normaal na een voorste kruisband operatie. Het wordt alleen problematisch als de massa groot genoeg is om klachten te veroorzaken.
Cijfers en kansen
Cyclops komt ongeveer voor bij 4% van de voorste kruisband operaties. Kenmerkend is het niet goed kunnen strekken van de knie. Meestal zien we dit rond 2-3 maanden na de operatie. Daarvoor is het normaal dat je de knie niet goed kan strekken door de gevoeligheid van de knie na de operatie. Vaak zien we als gevolg van cyclops een sluimerende irritatie van het kniegewricht. Dit uit zich dan met name in een strekbeperking, zwelling in de knie, minder goede controle van de quadriceps. Wanneer de klachten niet afnemen kan er in overleg met de arts worden besloten om de cyclops operatief te verwijderen.
Mogelijke symptomen bij cyclops
- Pijn aan de voorzijde van de knie
- Problemen met lopen en snelheid maken (rennen)
- Een hoorbare klik tijdens het strekken van de knie
- Minder bewegelijkheid
- Een hard eindgevoel bij het strekken van de knie
- Een verminderde functie van de quadriceps (bovenbeenspier)
- Zwelling aanwezig in de knie(hydrops)
* Dit is na de acute fase. De eerste 3 maanden zijn deze symptomen als gevolg van de operatie en niet als gevolg van mogelijke cyclops in de knie.
Mogelijke oorzaken cyclops
Enkele oorzaken en factoren, die meespelen bij een cyclops:
- Vrouwelijk geslacht vanwege minder ruimte in het kniegewricht
- Verhoogd volume van transplantaat in verhouding tot de inkeping
- Benige avulsie van voorste kruisband (VKB)
- Benige avulsie van voorste kruisband van femur
- Anterieure plaatsing van tibiale tunnel
- Dubbel-bundel VKB-reconstructie vanwege groter volume van transplantaat
- Bicruciate -behoud artroplastiek vanwege VKB-letsel of scherp tibiaal boteiland
- Hamstringcontractuur
Conclusie
Rond 1 op de 10 mensen na een voorste kruisband operatie krijgt te maken met cyclops in de knie. Belangrijk is om op tijd in de grijpen. Dit is om niet te veel vertraging op te lopen binnen de revalidatie. Kostbare tijd kan verloren gaan wanneer het niet op tijd gesignaleerd wordt. Behandeling van cyclops is alleen nodig bij symptomatische laesies. Dit wil zeggen dat de pijnklachten en beperkingen aanwezig zijn met littekenweefsel in de knie dat groot genoeg is om problemen te veroorzaken.
In sommige gevallen kan de behandelend arts kiezen voor een MRI of kijkoperatie om zo de diagnose te bevestigen. Indien nodig kan de keuze gemaakt worden om de cyclops operatief te verwijderen. Fysiotherapie heeft namelijk geen invloed op de cyclops. De taak van de fysiotherapeut is om cyclops te herkennen en de behandeld orthopedisch chirurg op de hoogte te brengen.
Het operatief verwijderen van een cyclops geeft vaak goede resultaten. De pijn neemt af, bewegingsmogelijkheid neemt toe en het revalidatietraject kan weer worden opgepakt volgens plan.