Menu

Spherox een doorbraak in kraakbeen behandeling

Kraakbeenschade in de knie kan een grote impact hebben op je dagelijks leven. Elke stap kan pijnlijk zijn, traplopen wordt een uitdaging en sporten lijkt ineens enorm ver weg. Traditioneel gezien herstelt beschadigd kraakbeen nauwelijks uit of niet – het heeft niet de juiste eigenschappen om goed te herstellen, daardoor is genezing traag en zeer beperkt . Maar er is hoop: Spherox-behandeling belooft nieuw kraakbeen te laten groeien met behulp van je eigen cellen. In deze blog duiken we in wat Spherox is, hoe het werkt en wat je als patiënt kunt verwachten tijdens deze kraakbeenbehandeling.

Afspraak maken
Spherox operatie kraakbeen herstel

Wat is de Spherox-behandeling?

Spherox is een innovatieve therapie voor kraakbeenherstel, specifiek ontwikkeld voor beschadigingen in de knie. Bij deze behandeling worden je eigen kraakbeencellen gebruikt om het beschadigde gebied in het kraakbeen op te vullen. Het proces verloopt in twee stappen. Eerst neemt de orthopedisch chirurg via een kijkoperatie een klein stukje gezond kraakbeen weg uit je knie (meestal van een minder belast deel van het gewricht). Dit stukje kraakbeen gaat naar het laboratorium, waar de kraakbeencellen – ook wel chondrocyten genoemd – worden vermenigvuldigd en gekweekt. Hierbij groeien de cellen uit tot duizenden minuscule bolletjes ter grootte van een speldenknop. Deze bolletjes, ook wel sferoïden genoemd, bevatten miljoenen kraakbeencellen en een door de cellen zelf gevormde matrix (een soort lijmachtige tussenstof van collageen en andere bouwstoffen).

Na ongeveer 6 tot 8 weken kweektijd volgt de tweede stap: de implantatie. In een tweede kijkoperatie plaatst de chirurg de gekweekte bolletjes in het kraakbeendefect. Eerst wordt het beschadigde, losse kraakbeenweefsel netjes weggehaald totdat er een schoon bedje van gezond weefsel rondom het defect ligt. Vervolgens worden de cellen ingebracht: de arts verspreidt de bolletjes zorgvuldig over het beschadigde gebied. Het bijzondere is dat er geen lijm of pleister nodig is om ze vast te zetten – de sferoïden hechten zichzelf binnen ongeveer twintig minuten stevig aan de onderlaag en de randen van het omliggende kraakbeen. De knie wordt daarna gewoon gesloten. Hiermee is de basis gelegd voor je lichaam om nieuw kraakbeenweefsel op te bouwen op de plek waar eerst een gat of beschadiging zat.

Spherox Tilburg

Herstel na implantatie: wat kun je verwachten?

Na de Spherox-implantatie begint een maandenlang traject van genezing en revalidatie. Kraakbeen groeit helaas niet van de ene op de andere dag terug tot volledig sterk weefsel. Het doorloopt grofweg vier fasen van herstel – elke fase met zijn eigen kenmerken in tijdsverloop en gevoel. Hieronder bespreken we deze fasen stap voor stap, en we kijken daarbij ook wat er op celniveau gebeurt in je knie.

  1. Hechting (direct na de implantatie): In de eerste dagen en weken na de operatie staan de geplaatste kraakbeen-bolletjes vooral in het teken van vasthechten. De cellen zitten aanvankelijk in hun kleine bolvormige cluster en moeten zich stevig verbinden met het onderliggende bot en de randen van het omliggende kraakbeen. Op celniveau hechten de chondrocyten zich aan de vezelige matrix in het defect; ze voelen als het ware hun nieuwe “thuis” en beginnen zich daaraan te verbinden. Voor jou als patiënt betekent deze fase dat je knie rust nodig heeft. Vaak mag je de eerste weken niet of maar gedeeltelijk belasten (met krukken lopen), zodat de implantaten niet loskomen. Je zult ook lichte bewegingsoefeningen doen zonder belasting, bijvoorbeeld je knie voorzichtig buigen en strekken onder begeleiding van de fysiotherapeut. Dit hersteld de functie van de spieren rondom de knie en zorgen voor beweging en voeding van het gewricht.
  2. Uitgroei (enkele weken na de operatie): In de daaropvolgende weken beginnen de gehechte kraakbeencellen zich uit te spreiden en te vermenigvuldigen. Dit is de fase van de uitgroei. De bolletjes “smelten” als het ware samen met hun omgeving: cellen migreren uit de sferoïden en koloniseren het kraakbeendefect over het gehele oppervlak. Daarbij produceren ze ook belangrijke bouwstoffen. Denk aan collageen (met name type II collageen, het hoofdbestanddeel van gezond kraakbeen) en proteoglycanen (een soort gelachtige eiwitten die water aantrekken en het kraakbeen veerkracht geven). Samen vormen deze stoffen de matrix – een netwerk rondom de cellen dat voor structuur en stevigheid zorgt. In het begin is het nieuwe weefsel nog zacht en kwetsbaar, een beetje als jong littekenweefsel. Je zult merken dat je in deze fase langzaam iets meer mag doen: wellicht van helemaal niet steunen naar voorzichtig wat gewicht op het been toelaten. Het blijft echter cruciaal om niet te veel te belasten. Te snelle of te zware belasting kan dit pril gevormde kraakbeenlaagje beschadigen voordat het sterk genoeg is. Geduld in deze fase legt de basis voor betere resultaten later.
  3. Maturatie (rijping van het weefsel, enkele maanden): Na een paar maanden gaat het nieuwgevormde kraakbeen weefsel sterker en meer georganiseerd worden – dit is de maturatiefase, ofwel de rijping. De kraakbeencellen zijn nu goed ingebed in de matrix die ze hebben gemaakt. Op celniveau gebeurt er van alles: de collageenvezels rangschikken zich steeds netter in de richting van de krachten die op het kraakbeen komen, en de hoeveelheid collageen en andere eigenschappen nemen toe. Het kraakbeenlaagje begint steeds meer te lijken op normaal, gezond kraakbeen. Dit merk je mogelijk doordat je knie stabieler en minder pijnlijk aanvoelt bij dagelijkse activiteiten. Misschien kun je nu de meeste lichte alledaagse dingen weer doen, al blijft sportspringen of rennen vaak nog beperkt. Een MRI-scan halverwege het revalidatiejaar (rond 6 maanden na de operatie) laat meestal zien dat het defect voor een groot deel is opgevuld met nieuw weefsel. Wel is dat weefsel dan vaak nog iets anders van structuur dan het omliggende kraakbeen – het heeft bijvoorbeeld een hoger watergehalte en iets andere signalen op de scan – wat aangeeft dat het nog aan het rijpen is. In deze periode breid je onder begeleiding van je fysiotherapeut je oefenprogramma verder uit. Er komt meer nadruk op krachtopbouw van de bovenbeenspieren en het trainen van balans en coördinatie, om je knie voor te bereiden op weer volledig functioneel gebruik.
  4. Integratie (naar een jaar toe en verder): In de laatste fase groeit het herstelde kraakbeenweefsel volledig samen met de rest van het gewricht. Deze integratiefase speelt zich af van ongeveer 9 à 12 maanden na de implantatie tot een jaar (en gaat eigenlijk daarna nog verder in fine tuning). De randen van het nieuwe kraakbeen vloeien steeds beter over in het omliggende kraakbeen, alsof er een naadloos tapijt in de beschadigde plek is gelegd. Ook het onderliggende bot past zich aan: vaak was er door het oude letsel of de operatie sprake van bot-oedeem – dat is een vochtophoping in het bot onder het kraakbeen, zichtbaar op een MRI als een witte waas in het bot. In de integratiefase neemt dit bot-oedeem langzaam af. Het bot herstelt en wordt weer steviger, wat belangrijk is om het nieuwe kraakbeen te ondersteunen. Uiteindelijk is het doel dat het nieuwe kraakbeen net zo belastbaar wordt als het oorspronkelijke weefsel. Veel patiënten kunnen na circa een jaar weer vrijwel alles doen wat ze voorheen deden, inclusief sportieve activiteiten, mits de revalidatie zorgvuldig is doorlopen. Op een controle-MRI na een jaar is vaak te zien dat het kraakbeendefect mooi is ingevuld; het gerepareerde gebied kan er dan bijna normaal uitzien, al blijven er soms kleine verschillen. Belangrijker nog: als patiënt voel je dat je knie weer functioneel is – pijnvrij of in elk geval veel minder pijnlijk – en dat je met vertrouwen kunt bewegen.

Waarom duurt herstel zo lang?

Het valt op dat kraakbeenherstel met Spherox een langdurig traject is. Dit heeft alles te maken met de aard van kraakbeen en de complexiteit van de genezing. Kraakbeen heeft van nature geen bloedvoorziening. In tegenstelling tot bijvoorbeeld huid of spier, krijgen kraakbeencellen geen directe aanvoer van voedingsstoffen via het bloed. Alles moet diffunderen (inzinken) vanuit de gewrichtsvloeistof en het onderliggende bot. Hierdoor verlopen herstelprocessen in kraakbeen veel trager. De cellen delen niet zo snel en het aanmaken van een volwaardige kraakbeenmatrix kost nu eenmaal tijd.

Daarnaast speelde bij jouw kraakbeenletsel mogelijk ook het bot onder het kraakbeen een rol. Wanneer kraakbeen beschadigd raakt, is het onderliggende bot vaak ook geïrriteerd of gekneusd – vandaar dat bot-oedeem waar we het over hadden. Dit is vergelijkbaar met een blauwe plek binnen in het bot, dat langzaam moet wegtrekken. Zolang er vocht en irritatie in het bot zit, kun je klachten als diepe pijn of zeurend ongemak blijven houden bij belasting. Het kost doorgaans maanden voordat het bot-oedeem volledig verdwenen is. Pas dan is de fundering onder het kraakbeen weer stabiel.

Tot slot moet het nieuwe kraakbeenweefsel echt sterk en soepel worden, en dat gebeurt alleen door geleidelijke belasting en training. Vergelijk het met een jonge plant: je moet het regelmatig water geven en in de zon zetten (beweging en voedingsstoffen voor het kraakbeen), maar je kunt er niet direct op gaan staan. Stapje voor stapje groeit het uit tot een volwaardige structuur die de normale krachten in de knie aankan. Te snel willen gaan kan het fragiele nieuwe weefsel beschadigen, terwijl geduldig opbouwen loont met een duurzamer resultaat. Daarom is het revalidatieschema na Spherox zo strikt en geleidelijk – het is afgestemd op de biologische werkelijkheid van kraakbeengroei.

Revalidatie: de sleutel tot een goed resultaat

Een succesvolle Spherox-behandeling valt of staat met de revalidatie erna. Het medische deel – de cellen kweken en implanteren – is pas het begin. Wat daarna komt, heb je deels zelf in de hand met ondersteuning van professionals. In de praktijk zien we dat patiënten die de adviezen nauwkeurig opvolgen, uiteindelijk de beste uitkomsten hebben. Revalidatie na kraakbeenherstel vergt discipline en geduld. Je fysiotherapeut zal een opbouwend schema met je doorlopen, dat kan bestaan uit: eerst mobiliserende oefeningen (voorkomen dat je knie stijf wordt), daarna spierversterking zonder grote kniebelasting (bijvoorbeeld oefening in een gesloten keten, zoals voorzichtig fietsen op een hometrainer met weinig weerstand), en later geleidelijke terugkeer naar impact (zoals voorzichtig leren lopen zonder krukken, stukje bij beetje weer volledig belasten, en uiteindelijk wellicht weer hardlopen of springen). Deze opbouw is nodig om het nieuwe kraakbeen op de juiste momenten de juiste prikkel te geven: beweging stimuleert de kraakbeencellen om zich goed te organiseren, en krachttraining zorgt ervoor dat de spieren de knie ontlasten en stabiliseren.

Een ander aspect van revalidatie is het monitoren van je knie. Regelmatige controles bij de orthopedisch chirurg en evaluaties (bijvoorbeeld een MRI na circa een jaar) helpen om te beoordelen of het herstel volgens plan verloopt. Ook kun je samen met je fysiotherapeut de voortgang meten: hoe is je range of motion (bewegingsuitslag) van de knie, hoe vordert je spierkracht en hoe gaat het met vertrouwen in de knie bij dagelijks bewegen? Op basis van die evaluaties kan het revalidatieprogramma indien nodig worden bijgesteld.

Tijdens dit traject is het normaal dat je ups en downs ervaart. Sommige weken voel je veel vooruitgang – bijvoorbeeld een toename in buigzaamheid of afname van pijn – en op andere momenten lijkt het stil te staan of heb je wat meer last, bijvoorbeeld na een zwaardere oefening. Dat hoort erbij. Belangrijk is om steeds het lange termijn doel voor ogen te houden: een gezond kniegewicht. Je staat er niet alleen voor; een goed revalidatieteam begeleidt je, beantwoordt je vragen en helpt je door de moeilijke momenten heen.

Tot slot

Kraakbeenherstel met Spherox kan een kans bieden op een tweede leven voor een versleten of beschadigde knie. Het is een nieuwe ontwikkeling waarbij je eigen cellen worden ingezet om nieuw kraakbeen te laten groeien op een plek waar het lichaam dit normaal gesproken niet zou doen. Deze vooruitgang komt met de belangrijke randvoorwaarde van tijd en inzet: het herstel verloopt in fases en kan tot een jaar duren. Met een duidelijke uitleg en begrip van die vier herstelfasen – hechting, uitgroei, maturatie en integratie – weet je wat je kunt verwachten en waarom geduld zo essentieel is. Het is geen makkelijke weg, maar wel een met een lonkend eindresultaat. Door te revalideren, geef je de kraakbeencellen de beste kans om uit te groeien tot volwaardig, sterk kraakbeen. Zo werk je stap voor stap toe naar het uiteindelijke doel: een hopelijk pijnvrije, functionele knie waarmee je je dagelijkse activiteiten en misschien zelfs sportieve ambities weer kunt oppakken. Een goede voorbereiding, realistische verwachtingen en de juiste begeleiding maken van de Spherox-behandeling een veelbelovende route naar duurzaam knieherstel. Veel sterkte en succes gewenst op weg naar herstel!

Ruben Luijkx
Ruben Luijkx, Master of Science en mede-eigenaar van Fysio Fitaal, is gespecialiseerd in sportgerelateerde klachten, echografisch diagnostiek en manuele therapie. Door te schrijven op fysiofitaal.nl laat hij je kennismaken met de expertise en professionaliteit van Fysio Fitaal in Tilburg.

Gerelateerde klachten

Illustratie van de knie

Traumatische artrose na een knieblessure

Post traumatische artrose is een subtype van artrose en ontstaat na een forse blessure

Lees meer >
Illustratie van de knie

Voorste kruisband blessure

Heb je last van een voorste kruisband blessure of wil je meer informatie? Neem gerust…

Lees meer >
Filters
Lichaamsdeel
Lichaamsdeel
Pas filters toe