Verstuikte enkel ofwel een inversie trauma

Bijna iedereen is wel eens een keer door zijn enkel gegaan. In de meeste gevallen klapt de enkel dan naar binnen toe. Deze beweging van de enkel wordt inversie genoemd. Vandaar de benaming inversie trauma. De klachten zitten met name aan de buitenkant van de enkel waar de enkelbanden zitten. Deze kunnen verrekt zijn of zelfs scheuren. De enkel is dan vaak ook gezwollen en lopen is vaak lastig. In dit artikel gaan we met je doornemen wat een verstuikte enkel is en hoe je dit het beste kan behandelen.

Hoe ontstaat letsel aan de (buitenkant van de) enkel?

Een verstuiking van de enkel komt relatief veel voor in Nederland. Jaarlijks zijn er gemiddeld 680.000 gevallen van een soortgelijke enkelblessure. De meeste blessures gebeuren bij het verkeerd neerkomen van de voet bij een sprong of val. De enkel kan in dit geval niet het hele lichaamsgewicht goed opvangen en klapt naar binnen. Sporten waar je snel van richting moet veranderen zijn het veruit het meest gevoelig voor dit type blessure. Denk hierbij aan:

 

  • Voetbal
  • Basketbal
  • Volleybal
  • Hockey

 

De enkel bestaat uit 3 botstukken die het enkelgewricht vormen. Dit zijn het scheenbeen(tibia), kuitbeen(fibula) en het sprongbeen(talus). Verder wordt het gewricht gevormd door spieren, banden, pezen een een bindweefselvlies de syndesmose(hier later meer over). Spieren zoals de kuitspieren, tibialis anterior, tibialis posterior en de peroneus groep zijn verantwoordelijk voor de actieve stabiliteit van de enkel. De passieve stabiliteit wordt gevormd door enkelbanden(ligamenten). Deze bevinden zich met name aan de buitenkant maar ook aan de binnenkant van de enkel. Aan de buitenkant zitten de volgende banden:

 

  • anterior talofibulare ligament
  • posterior talofibulare ligament
  • calcaneofibulare ligament

 

Klinkt heel ingewikkeld maar is het eigenlijk niet. In de anatomie werken we met latijnse benamingen. Latijns is geen gesproken taal meer en wordt met name ook schriftelijk gebruikt. Latijn wordt met name door wetenschappers gebruikt om termen en begrippen te verduidelijken. Zo weet een fysiotherapeut in Nederland wat een arts in India bedoeld met een bepaalde blessure of lichaamsregio. De Engelse taal heeft dit in grote lijnen wel overgenomen maar oorspronkelijk werd dit gedaan door middel van de latijnse taal. Vandaar dat anatomische begrippen nog altijd in de latijnse benaming worden weergegeven.

 

Voorbeeld: anterior = voorzijde, talofibulare = tussen talus en fibula en ligament = band.

 

Letterlijk vertaald is anterior talofibulare ligament dus de band aan de voorzijde gelegen tussen het sprongbeen en het kuitbeen. Easy as that!

 

Deze enkelbanden zijn van oorsprong vrij stevig maar toch vertonen ze enige mate van rekbaarheid. Wanneer je bijvoorbeeld met sport verstapt waarbij de enkel naar binnen klapt komen deze banden op rek. Bij een flinke verstuiking kunnen deze banden flink opgerekt worden of zelfs scheuren. Binnen de fysiotherapie werken we met 3 gradaties:

 

  • Graad 1 = lichte verrekking, wel wat scheurtjes in bepaalde vezels maar dit is minimaal. Dit geeft pijn maar meestal geen instabiliteit van de enkel.
  • Graad 2 = een scheuring van de band(en). Mogelijk dus meerdere banden aan de buitenkant van de enkel die zijn aangedaan. Dit geeft pijn maar ook enige vorm van instabiliteit(gevoel door de enkel te zakken). Deze graad komt veruit het meeste voor.
  • Graad 3 = forse verrekking van de enkelband(en) mogelijk ook een volledige scheur van de enkelband. Dit geeft veel pijn maar ook veel instabiliteit van de enkel. In dit geval moet een breuk van enkel ook worden uitgesloten.

Welke klachten horen er bij een verstuikte enkel?

Wanneer je net door je enkel bent gegaan kan er relatief snel sprake zijn van zwelling. Met name aan de buitenkant van de enkel maar wanneer het letsel groot genoeg is zal heel de enkel dik lijken. Naar verloop van tijd kan er zelfs een verkleuring te zien zijn. Dit komt omdat de enkelbanden ook voorzien zijn van bloedvaatjes. Bewegen kan pijnlijk zijn met name in de richting van inversie(enkel naar binnen toe). Soms is het lastig om volledig steun te nemen op de aangedane enkel. Krukken zijn dan een optie om de eerste paar dagen door te komen. Daarna is het handig om juist weer te gaan belasten en zo snel mogelijk terug te keren naar een normaal looppatroon. Is de blessure zo heftig dat je absoluut geen steun kan nemen of minder dan 4 passen kunt lopen is er mogelijk sprake van een botbreuk(je). Om een uitspraak hierover te doen maken we binnen de fysiotherapie gebruik van een beslisboom. We noemen deze beslisboom de Ottawa ankle rules. Wanneer je binnen 7 dagen na het ongeval aan een of meerdere criteria voldoet is de kans op een botbreuk aanwezig. Wil niet zeggen dat het daadwerkelijk om een breuk gaat maar een rontgenfoto is dan op zijn plaats. De Ottawa ankle rules bestaat uit de volgende criteria:

 

  • onvermogen de enkel te belasten (vier stappen lopen, hetzij onmiddellijk na het ongeval, hetzij tijdens het onderzoek)
  • Pijn aan de buitenzijde van de enkel(malleolus lateraal) tot 6 naar boven
  • Pijn aan de binnenzijde van de enkel(malleolus mediaal) tot 6 cm naar boven
  • Pijn op het middenvoetsbeentje(metatarsale 5)
  • Pijn bij voetwortelbeentje(os naviculare)

 

Zeldzaam gevalletje, de syndesmosis ruptuur

Tussen het scheenbeen en kuitbeen loopt de syndesmose. Dit is een stugge structuur die deze twee botdelen met elkaar verbindt. Bij ongeveer 11-18% van de inversietrauma’s is er sprake van een syndesmose letsel.

  • Een syndesmose ruptuur komt bijna alleen voor in combinatie met ander letsel
  • Ernstige instabiliteit als gevolg van een syndesmose ruptuur bepaald of een operatie noodzakelijk is of dat een normaal traject gestart kan worden
  • De hersteltijd met een syndesmose ruptuur is beduidend langer dan bij een regulier inversie trauma.

Het letsel is vaak aanwezig in combinatie met andere beschadiging van structuren. Ook botbreuken horen hierbij. Vaak zien we syndesmose letsel in combinatie met een hoge breuk van het kuitbeen. Dit noemen we een Mainsonneuve fractuur. De hersteltijd van een syndesmose ruptuur duurt 2x zo lang dan bij alleen letsel van de enkelbanden. Het is vaak moeilijk om syndesmoseletsel eruit te halen in lichamelijk onderzoek. 40% van de mensen die flink door hun enkel zijn gegaan klaagt immers over herkenbare pijn ter hoogte van de syndesmose(interossale ligament). Vaak is er irritatie of schade aan het voorste deel van het kapsel van de enkel wat lijkt op deze klachten. Nogmaals bij een hele kleine groep(11-18%) is er echt sprake van schade van de syndesmose.

Bij letsel van de syndesmose zien we vaak de volgende symptomen:

  • Gemiddeld gezien hoge mate van pijn voorzijde enkel
  • Lopen en afzetten op ongelijke ondergrond is pijnlijk
  • Beweeglijkheid is fors beperkt, dorsaalflexie is pijnlijk
  • Hoe hoger de drukpijn aan de voorzijde enkel, hoe ernstiger het letsel

Wil je echt weten of er sprake is van syndesmoseletsel geeft een MRI vaak uitsluitsel. Dit wordt echter niet zomaar gedaan. Maar wanneer er sprake is van een grote mate van instabiliteit samen met herkenbare pijn tijdens het lichamelijk onderzoek kan een MRI worden overwogen.

 

Ruptuur en luxatie van de peroneuspees

Pijn aan de buitenzijde van de enkel kan ook veroorzaakt worden door een scheur van een van de peroneuspezen. De peroneus is een kleine kuitspier die aan de buitenkant van je kuitbeen loopt. Meervoud van peroneus is peroneii. De schede waar deze pees doorheen loopt is dan fors geïrriteerd en pijnlijk. Het rekken van de spier is pijnlijk samen met drukpijn. Soms horen mensen bij het ontstaansmoment een duidelijke knap.

Wat kunnen wij voor je doen en hoe lang duurt het herstel?

Tijdens de intake verzamelen we eerste alle informatie over bijvoorbeeld het ontstaansmoment van de klachten, aard van de pijn en beperkingen die je mogelijk ervaart gedurende de dag. Daarna zal het proces gericht zijn op het uitsluiten van een fractuur(botbreuk). Dit kan door middel van de Ottawa Ankle Rules (OAR). Dit zijn richtlijnen om te bepalen of er mogelijk een indicatie is voor een röntgenfoto. Als de OAR positief zijn in combinatie met het ontstaansmoment wordt eerst aangeraden om röntgenfoto’s te laten maken. Dit gebeurd altijd via de huisarts. Verdere behandeling is afhankelijk van de gestelde diagnose. Tests zoals de voorste schuiflade/ exorotatie-stress- en squeeze test worden uitgevoerd. Door middel van deze tests kan er onderscheid worden gemaakt tussen de verschillende soorten enkelletsel.

Fractuur: Indien er sprake is van een fractuur zal u eerst behandeld worden door middel van gips. Nadat het bot voldoende hersteld is kunt u terecht bij Fysio Fitaal. De therapie zal gericht zijn op het verbeteren van de kracht, beweging en actieve stabiliteit van de enkel.

Banden: Beschadiging van de enkelbanden kan worden ingedeeld van graad 1 – 3.

  1. Overrekking ATFL
  2. Volledig ruptuur ATFL, overrekking/ partieel ruptuur CFL
  3. Volledig ruptuur ATFL + CFL, overrekking/ partieel ruptuur PTFL

Bij een graad 1 letsel zal de behandeling bestaan uit conservatieve therapie. Er zal op geleide van pijn worden opgebouwd. De enkel hersteld vaak volledig binnen 0-3 weken.

Bij een graad 2 letsel moet de enkel langer worden ontzien. Ook in dit geval zal er in eerste instantie worden gekozen voor conservatieve therapie. Herstel vindt meestal plaats tussen week 6 en 12 na het ontstaan van de blessure.

Bij graad 3 wordt een ligamentaire reconstructie(operatief herstel) overwogen. Dit is meestal het geval bij jonge/professionele sporters. Chronische instabiliteit, erg vaak door je enkel zwikken kan ook een reden zijn voor chirurgisch ingrijpen. Daarna helpen we je verder door middel van fysiotherapie. De behandeling bestaat uit het herstellen van beweeglijkheid, kracht en op ten duur explosiviteit.

Afspraak maken